Vakantiebijslag (vakantiegeld / vakantietoeslag)
Vakantiebijslag, ook wel vakantiegeld of vakantietoeslag genoemd, is een belangrijk onderdeel van de arbeidsvoorwaarden in Nederland. Werknemers hebben recht op minimaal 8% vakantietoeslag over hun bruto jaarsalaris.
Deze bijslag is vastgelegd in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). De meeste werkgevers keren het vakantiegeld in mei of juni uit, maar dit kan in overleg met de werknemer ook op een ander moment plaatsvinden.
Wettelijke verplichting en cao
Het recht op vakantiegeld is vastgelegd in de WML, waardoor werkgevers verplicht zijn om deze toeslag jaarlijks uit te betalen.
Artikel 15 Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag – De werknemer heeft jegens de werkgever recht op een vakantiebijslag ten minste tot een bedrag van 8% van zijn ten laste van de werkgever komende loon, alsmede van de uitkeringen waarop hij tijdens de dienstbetrekking krachtens de Ziektewet, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1 of de artikelen 4:2b of 6:3 van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet aanspraak heeft, met dien verstande, dat het bedrag waarmede de som van dit loon en deze uitkeringen het drievoud van het minimumloon overschrijdt buiten beschouwing blijft.
In veel gevallen zijn er echter aanvullende afspraken vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao), die specifiekere voorwaarden kunnen bevatten over de berekening en uitbetaling van vakantiegeld. Indien er geen cao van toepassing is, kunnen werkgevers eigen afspraken maken, zolang ze voldoen aan de wettelijke minimumvereisten.
Berekening van vakantiegeld
Vakantiegeld wordt berekend als 8% van het bruto salaris over het afgelopen jaar. Dit betekent dat een werknemer die bijvoorbeeld van mei tot mei een bepaald bruto jaarsalaris heeft verdiend, recht heeft op 8% daarvan als vakantiegeld. Naast het reguliere salaris moet vakantiegeld ook worden betaald over overwerk, prestatietoeslagen, provisies, en onregelmatigheidstoeslagen. Echter, bepaalde uitkeringen zoals onkostenvergoedingen, eindejaarsuitkeringen en winstuitkeringen vallen niet onder deze berekening.
Werkgevers moeten er dus voor zorgen dat alle relevante toeslagen en overuren correct worden meegenomen in de berekening van het vakantiegeld. Dit geldt ook voor werknemers met nulurencontracten, waarbij de toeslag wordt berekend op basis van de gewerkte uren.
Vakantiegeld bij ziekte of ontslag
Ook wanneer een werknemer ziek is, blijft de opbouw van vakantiegeld doorgaan. De werkgever moet namelijk over het deel van het salaris dat wordt doorbetaald ook vakantiegeld reserveren.
Bij ontslag is de werkgever verplicht het vakantiegeld uit te betalen dat is opgebouwd tot aan het einde van de dienstperiode. Dit geldt zowel voor reguliere ontslagen als voor contracten die van rechtswege aflopen.
Betaling van vakantiegeld
De meeste werkgevers kiezen ervoor om het vakantiegeld één keer per jaar uit te betalen, meestal in mei of juni. Er zijn echter ook opties om het op een ander moment of in meerdere termijnen uit te betalen. Hiervoor is wel schriftelijke toestemming van de werknemer nodig, en de afspraken moeten duidelijk worden vastgelegd in het arbeidscontract of in een cao.
Als blijkt dat een werkgever te weinig vakantiegeld heeft uitbetaald, kan de werknemer dit tot vijf jaar na dato opeisen. De werkgever is dan verplicht om het achterstallige vakantiegeld alsnog uit te betalen, inclusief eventuele wettelijke rente.