Toerekeningsbeginsel
Het toerekeningsbeginsel houdt in dat financiële feiten in de jaarrekening worden verwerkt in de periode waarop ze betrekking hebben. De datum van ontvangst of betaling is dus niet relevant voor verwerking van het financiële feit, maar de periode waarop deze betrekking heeft.
362 lid 5 BW
Artikel 362 lid 5 BW meldt over het toerekeningsbeginsel: De baten en lasten van het boekjaar worden in de jaarrekening opgenomen, onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat boekjaar hebben geleid.
RJ 110.118
Artikel 110.118 meldt over het toerekeningsbeginsel: Bij de waardering van activa en passiva en bij de bepaling van het resultaat over een periode, dienen baten (opbrengsten) en lasten (kosten) aan perioden te worden toegerekend.
Voorbeeld toerekeningsbeginsel
Een onderneming sluit een overeenkomst voor een event en krijgt hiervoor vooraf betaald. Het event vindt echter pas volgend jaar plaats. Uit de voorwaarden blijkt dat de onderneming enkel recht op betaling heeft indien het event doorgang krijgt. In het jaar voordat het event plaatsvindt kan de onderneming de opbrengst nog niet als omzet verantwoorden. Het event ziet immers toe op het volgende boekjaar. De boekingsgang zal (vereenvoudigd) zo zijn:
Jaar 1
Bank (B)
Aan vooruitontvangen bedragen (B)
Jaar 2
Vooruitontvangen bedragen (B)
Aan omzet (W&V)
