Discontinuïteit en de jaarrekening
Door corona meer actueel dan ooit: discontinuïteit en de jaarrekening. Wanneer er sprake is van onontkoombaarheid van discontinuïteit, vervalt het toepassen van het continuïteitsprincipe en wordt de jaarrekening op liquidatiebasis opgesteld. In dit artikel gaan we in op hoe de verwerking van discontinuïteit in de jaarrekening geschiedt.
Het continuïteitsbeginsel
Bij de continuïteitsveronderstelling wordt de rechtspersoon geacht de activiteiten te kunnen voortzetten zonder noodzaak tot liquidatie of staking van de activiteiten. Een jaarrekening dient opgesteld te worden volgens het continuïteitsbeginsel, tenzij de veronderstelling van continuïteit onjuist is of aan gerede twijfel onderhevig is.
Artikel 2:384 lid 3 BW
“Bij de waardering van activa en passiva wordt uitgegaan van de veronderstelling dat het geheel der werkzaamheden van de rechtspersoon waaraan die activa en passiva dienstbaar zijn, wordt voortgezet, tenzij die veronderstelling onjuist is of haar juistheid aan gerede twijfel onderhevig is; alsdan wordt dit onder mededeling van de invloed op vermogen en resultaat in de toelichting uiteengezet.”
Dit verklaart direct de twee situaties waarin in de jaarrekening rekening gehouden dient te worden bij discontinuïteit: zowel de situatie van discontinuïteit in het boekjaar als discontinuïteit als een gebeurtenis na balansdatum.
Wat is discontinuïteit?
Discontinuïteit betekent het staken van het geheel der werkzaamheden. Discontinuïteit (juridische entiteit kan eventueel blijven bestaan, maar is feitelijk leeg) gaat dus verder dan het enkel staken van de entiteit middels bijvoorbeeld een liquidatie (ontbinden juridische entiteit).
Discontinuïteit laat zich verder onderscheiden in een vrijwillige discontinuïteit en een onvrijwillige discontinuïteit.
- Vrijwillige discontinuïteit: ziet toe op entiteiten die een bepaalde looptijd hebben (bijvoorbeeld bepaalde investeringsfondsen die binnen X jaar de inleg en het rendement minus de kosten terug dienen te geven aan de investeerders en dit ook in de statuten hebben verankerd) of entiteiten die vrijwillig tot discontinuïteit beslissen.
- Onvrijwillige discontinuïteit: de entiteit kan de activiteiten niet duurzaam meer voortzetten, bijvoorbeeld omdat het niet meer aan de verplichtingen kan voldoen.
Onontkoombaarheid van discontinuïteit
Wanneer er sprake is van onontkoombaarheid van discontinuïteit, vervalt het toepassen van het continuïteitsprincipe en wordt de jaarrekening op liquidatiebasis opgesteld. We behandelen hierna eerst de situaties van discontinuïteit in het boekjaar en discontinuïteit als een gebeurtenis na balansdatum.
Situatie van onontkoombaarheid van discontinuïteit in het boekjaar
Wanneer sprake is van onontkoombaarheid van discontinuïteit, dient de jaarrekening opgesteld te worden op liquidatiebasis.
Situatie van onontkoombaarheid van discontinuïteit als een gebeurtenis na balansdatum
Wanneer onontkoombaarheid van discontinuïteit pas na balansdatum blijkt, maar voor het opmaken van de jaarrekening blijkt, dient de jaarrekening ook op liquidatiebasis opgesteld te worden. De reden hiervoor is dat de impact zo groot is dat het de beslissingen van de gebruiker beïnvloedt.
In de volgende paragraaf wordt invulling gegeven aan hoe de onontkoombare discontinuïteit dan verwerkt dient te worden in de jaarrekening.
Verwerking van onontkoombaarheid van discontinuïteit in de jaarrekening
RJ 170.2 geeft invulling aan de verwerking van onontkoombaarheid van discontinuïteit in de jaarrekening. In elk geval dienen prospectief de volgende grondslagen van de jaarrekening toegepast te worden:
- Alle activa die voldoen aan de definitie van een actief worden in de balans verwerkt, ongeacht of deze eerder al in de balans waren opgenomen, en deze activa worden gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde;
- Alle posten van het vreemd vermogen worden in de balans verwerkt, en deze posten worden gewaardeerd tegen de bedragen die naar verwachting (beste schatting) noodzakelijk zijn om de desbetreffende posten af te wikkelen;
- In de balans worden overlopende posten opgenomen voor verwachte kosten en opbrengsten tot de verwachte datum van afwikkeling.
De achterliggende gedachte van deze werkwijze ligt in het eigen vermogen. Na de genoemde verwerking van activa, passiva en verwachte kosten en opbrengsten als overloop toont het eigen vermogen namelijk precies het verwachte tekort (of overschot) voor afwikkeling. En dat is de informatie die bij onontkoombare discontinuïteit relevant is voor de gebruiker.