Boekhouden: huur boeken
Huur wordt vaak over meerdere perioden tegelijk gefactureerd. Vanuit de praktijk merken we dat dit vragen oplevert over de boekhoudkundige verwerking. In dit artikel geven we een voorbeeld over hoe boekhoudkundig met huurkosten om te gaan.
Toerekeningsbeginsel
Een van de principes bij het boekhouden is het toerekeningsbeginsel. Dit beginsel houdt in dat opbrengsten en kosten verwerkt worden in de periode waarop ze betrekking hebben, en niet wanneer ze gefactureerd worden.
Voorbeeld huur boeken
Op 1 januari 2021 ontvangt Renta BV een kwartaalfactuur van 3.000 euro voor de huur van het bedrijfspand over januari, februari en maar 2021. Conform de voorwaarden dient deze factuur binnen 14 dagen betaald te worden.
De boekhoudkundige verwerking is als volgt:
1 januari
Vooruitgefactureerde bedragen 3.000 euro (B)
Aan Crediteuren 3.000 (B)
15 januari
Crediteuren 3.000 (B)
Aan liquide middelen (B)
31 januari
Huurkosten 1.000 (W&V)
Aan vooruitgefactureerde bedragen 1.000 (B)
28 februari
Huurkosten 1.000 (W&V)
Aan vooruitgefactureerde bedragen 1.000 (B)
31 maart
Huurkosten 1.000 (W&V)
Aan vooruitgefactureerde bedragen 1.000 (B)