Ruisende inbreng in B.V.
Een ruisende inbreng in een B.V. is de situatie waarin een eenmanszaak of een samenwerkingsverband als een vennootschap onder firma of een maatschap fiscaal gezien gestaakt wordt en daarna ingebracht wordt in een nieuwe B.V. Bij een ruisende inbreng wordt de huidige onderneming gestaakt, waarover heffing van de stakingswinst bij de inkomstenbelasting plaatsvindt.
Fiscale faciliteit
De ruisende inbreng in een B.V. betreft een fiscale faciliteit, waarbij (in tegenstelling tot de geruisloze inbreng) afgerekend moet worden over de stakingswinst (inclusief eventuele posten als goodwill, stille reserves of de fiscale oudedagsreserve).
Terugwerkende kracht
Het uitvoeren van een ruisende inbreng in een B.V. is met terugwerkende kracht mogelijk. Dit gebeurt via een intentieverklaring (bij een eenmanszaak) of een voorovereenkomst (bij een samenwerkingsverband).
Bij een ruisende inbreng is verwerking met terugwerkende kracht tot 3 maanden mogelijk.
De intentieverklaring of de voorovereenkomst moet (bij terugwerkende kracht) dus voor 1 april (van een regulier boekjaar) opgesteld, ingestuurd en ontvangen worden. Het insturen van de intentieverklaring of de voorovereenkomst gebeurt aangetekend en hierbij wordt een standaardformulier van de Fiscus gebruikt.
De intentieverklaring of de voorovereenkomst levert nog geen verplichting tot ruisende inbreng op.
Datum van inbreng
De datum van inbreng is de datum van oprichting en inbreng bij de notaris OF de datum van terugwerkende kracht (bij het voldoen aan de voorwaarden).
Voor de ruisende inbreng is een inbrengomschrijving en een notariële inbrengakte vereist.
Voorbeeld termijnen ruisende inbreng in een B.V.
- Eenmanszaak per 1 januari 2021 ruisend inbrengen in een B.V. (maar hoeft niet per se begin van het boekjaar te zijn)
- Intentieverklaring moet voor 1 april 2021 ontvangen zijn door de Fiscus
- Inbreng moet geregeld zijn voor 1 oktober 2021
Wanneer interessant?
Een ruisende inbreng in een B.V. is vooral interessant wanneer de verwachting bestaat dat gedurende langere tijd een winst behaald wordt waarbij vennootschapsbelasting voordeliger uitkomt dan inkomstenbelasting, de risico’s in de entiteit beter in de B.V. gemitigeerd kunnen worden, wanneer er momenteel weinig goodwill, stille reserves of FOR aanwezig is waarover afgerekend moet gaan worden en het voordeel van € 3630 stakingsaftrek plus 14% MKB-winstvrijstelling hierbij opweegt tegen een geruisloze inbreng.
Bij het kopen van een lijfrente geldt mogelijk ook een IB-tariefvoordeel (stakingswinst tegen max 49,5% en de lijfrente-uitkeringen op AOW-leeftijd <20%).