Schattingsposten in de jaarrekening
Bij sommige posten in de jaarrekening moeten schattingen gemaakt worden, omdat de gebeurtenis en/of de omstandigheid die de omvang van de post bepaalt onzeker is.
Bij schattingsposten vermeldt de entiteit zowel de aard als de omvang van de onzekerheid.
RJ 135.203 meldt over deze schattingsposten het volgende:
Vele gebeurtenissen en omstandigheden zijn omgeven door onzekerheden, zoals de inbaarheid van dubieuze vorderingen, de vermoedelijke economische levensduur van materiële vaste activa en het aantal claims dat uit hoofde van verstrekte garantie zou kunnen opkomen.
Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, dient de rechtspersoon de aard en omvang van dergelijke onzekerheden te vermelden. Met dergelijke onzekerheden wordt rekening gehouden door het vermelden van hun aard en omvang en door voorzichtigheid te betrachten bij het opstellen van jaarrekeningen.
Voorzichtigheid is het inbouwen van een mate van zorg bij het vormen van de oordelen die nodig zijn bij het maken van de noodzakelijke schattingen in situaties van onzekerheid, zodanig dat activa en baten niet te hoog en vreemd vermogen en kosten niet te laag worden weergegeven. Het betrachten van voorzichtigheid laat echter niet toe activa of baten opzettelijk te laag of vreemd vermogen of kosten opzettelijk te hoog op te nemen. De jaarrekening zou dan niet onpartijdig zijn en dus het kenmerk van betrouwbaarheid missen.
Voorbeelden van schattingsposten in de jaarrekening
Enkele voorbeelden van schattingsposten in de jaarrekening zijn:
- Dubieuze debiteuren
- Incourante voorraden
- Gebruiksduur en restwaarde per materieel vast actief
- Inschatting waarschijnlijkheid van toekomstige voordelen immaterieel vast actief
- Verwachte hoogte garantieclaims in de toekomst (voorzieningen)
- Bijzondere waardevermindering goodwill
- Toekomstige verrekenbaarheid actieve belastinglatenties
- Reële waarde van vastgoedbeleggingen
