Onderzoek- of ontwikkelkosten activeren onder de immateriële vaste activa
Ontwikkelkosten worden ten behoeve van het bieden van een beter inzicht steeds vaker onder de immateriële vaste activa geactiveerd en in de jaarrekening getoond. Deze ontwikkelkosten worden vervolgens over de bijbehorende levensduur afgeschreven. Op deze manier drukken de ontwikkelkosten niet zwaar op de winst- en verliesrekening in het jaar waarin de kosten gemaakt worden, maar worden de kosten via de afschrijvingen uitgesmeerd over de bijbehorende looptijd, wat het inzicht voor de gebruiker van de jaarrekening verbetert.
Van klanten ontvangen wij regelmatig vragen over dit onderwerp. Om deze reden behandelt dit artikel de mogelijkheden voor de verwerking van de onderzoek- en ontwikkelkosten in de jaarrekening.
Wat zijn onderzoek- en ontwikkelkosten?
Onderzoekskosten zijn bijvoorbeeld kosten die toezien op verwerving van nieuwe kennis en selectie van materialen voor mogelijk te ontwikkelen toekomstige producten en/of diensten en het bijbehorende marktonderzoek. Het is in de onderzoeksfase nog niet duidelijk of de onderzoekskosten resulteren in product- of dienstontwikkeling en bijbehorende toekomstige voordelen.
Ontwikkelkosten zijn de kosten die gemaakt worden na de onderzoeksfase. Er is meer zekerheid dat het product of de dienst ontwikkeld gaat worden, dat er een markt voor is en dat er bijbehorende toekomstige voordelen te verwachten zijn (en enkele overige voorwaarden die verder dan de strekking van dit artikel gaan). Het betreft bijvoorbeeld kosten als kostprijs uren eigen en ingehuurd personeel en materiaal- en machinekosten voor het ontwerpen en bouwen van een prototype.
Onderzoekkosten activeren onder de immateriële vaste activa
Het onderscheid tussen onderzoeks- en ontwikkelkosten is relevant, omdat onderzoekskosten niet geactiveerd mogen worden. Onderzoekskosten worden direct in het jaar verantwoord bij de overige bedrijfskosten.
Ontwikkelkosten activeren onder de immateriële vaste activa
Ontwikkelkosten mogen (wet, 2:365 lid 2 BW) of moeten (IASB & RJ) worden geactiveerd onder de immateriële vaste activa. Vervolgens wordt er afgeschreven over de verwachte economische levensduur (IASB & RJ) of de verwachte gebruiksduur (wet, bv. bij kleine bedrijven). Als deze duur niet betrouwbaar kan worden ingeschat, bedraagt de afschrijvingsduur maximaal 10 jaar. De geactiveerde ontwikkelkosten worden toegelicht in de jaarrekening en er wordt een wettelijke reserve gevormd ter grootte van de geactiveerde ontwikkelkosten. Deze wettelijke reserve valt telkens wanneer op de geactiveerde ontwikkelkosten afgeschreven wordt met eenzelfde bedrag weer vrij.
Waarom activeren?
Ontwikkeling kost veel geld. Bovendien gaat de kost voor de baat uit. In een jaar waarin aanzienlijke ontwikkelkosten gemaakt worden, drukken de kosten de resultaten van de onderneming. Het kan voorkomen dat dit niet in lijn is met het bieden van het beste inzicht. Om deze reden kiezen bedrijven ervoor om ontwikkelkosten te activeren en over de bijbehorende looptijd af te schrijven.